2 Chronicles 10

Zo regeerde koning Salomo vanuit Jeruzalem veertig jaar lang over heel Israël. 1Toen stierf hij en werd begraven in Jeruzalem. Zijn zoon Rechabeam volgde hem op. 2

De opstand tegen Rechabeam, koning van Israël

3Het volk Israël kwam naar Sichem om Rechabeams kroning bij te wonen. 4
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Krøn. 10:3.
5
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 2.Krøn. 10:2-3.
Intussen stuurden vrienden van Jerobeam, de zoon van Nebat, deze in Egypte het bericht dat koning Salomo was overleden. Jerobeam verbleef in Egypte, waarheen hij was gevlucht voor koning Salomo. Hij keerde nu zo snel mogelijk terug en woonde de kroning bij om het volk aan te voeren bij de eisen die het aan Rechabeam stelde:
6‘Uw vader was een strenge meester,’ zeiden zij. ‘Als u ons menswaardiger behandelt, willen wij u wel als koning hebben.’ 7Rechabeam antwoordde dat hij hun drie dagen later zijn besluit zou meedelen.

8Hij besprak hun eis met de oude mannen die zijn vader Salomo hadden geadviseerd. ‘Wat moet ik hun antwoorden?’ vroeg hij. 9‘Als u lang hun koning wilt blijven,’ antwoordden zij, ‘dan moet u hun een positief antwoord geven en hen vriendelijk behandelen.’ 10
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 2.Krøn. 10:9.
11
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 2.Krøn. 10:8-9.
Maar dat advies stond hem niet aan. En daarom vroeg hij de jonge mannen met wie hij was opgegroeid om raad. ‘Wat denken jullie dat ik het beste kan doen?’ vroeg hij. ‘Moet ik hen soepeler behandelen dan mijn vader deed?’
12‘Nee,’ vonden zij. ‘Zeg tegen hen: “Als u denkt dat mijn vader u hard behandelde, wacht dan maar eens af hoe ik u zal aanpakken!” Zeg hun: “Mijn pink is dikker dan mijn vaders lid. 13Ik zal u harder gaan behandelen, zeker niet soepeler. Mijn vader gebruikte de gesel, maar ik zal schorpioenen gebruiken.” ’

14Toen Jerobeam en het volk volgens afspraak drie dagen later terugkeerden om het antwoord van koning Rechabeam te vernemen, 15hield hij een harde toespraak voor hen. Hij negeerde de adviezen van de oude mannen 16en volgde die van de jonge mannen op. ‘Mijn vader zorgde voor zware lasten, maar ik zal uw lasten nog zwaarder maken,’ klonk het onheilspellend uit zijn mond. ‘Mijn vader ranselde u met gesels, maar ik zal u geselen met schorpioenen.’ 17De koning wees de eisen van het volk dus af. God liet hem dit doen om zijn woord trouw te blijven dat Hij door de Siloniet Achia aan Jerobeam had laten doorgeven.

18Toen de mensen beseften wat de koning hun vertelde, draaiden zij zich om en lieten hem staan. ‘Wat hebben wij met David en zijn nageslacht te maken,’ riepen zij boos. ‘Wij kiezen wel een andere koning! Laat Rechabeam maar over zijn eigen stam Juda regeren. Wij gaan naar huis!’ En zo vertrokken zij. 19De leden van de stam van Juda bleven echter trouw aan koning Rechabeam.
Copyright information for NldHTB